Verbena trekt veel vlinders aan

Koninginnepage

Aaibare insecten op Verbena

Verbena bonariensis trekt veel vlinders aan, dit zijn ongetwijfeld de mooiste insecten in de tuin. Ze zijn kleurig en dwarrelen sierlijk in het rond. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand een hekel heeft aan vlinders, sterker nog; bijna iedereen wil vlinders in zijn tuin. Daarom is de vlinderstruik , Buddleia  zo populair, hij doet zijn naam eer aan en trekt heel veel vlinders aan. Een plant die minstens zoveel vlinders aantrekt is de Verbena bonariensis.

Zuidelijke gasten

Allerlei soorten vlinders én andere insecten zijn dol op de nectar van deze plant. Sinds ongeveer 2 weken is het dringen geblazen. Er vliegen niet alleen heel veel ‘gewone’ vlinders rond de Verbena maar ook de kolibrievlinder is een dagelijkse gast. Onvermoeibaar vliegt dit bijzondere vlindertje van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Hij doet zijn naam eer aan, het is net een kleine kolibrie. Met zijn dikke lijfje en compacte vleugels vliegt hij pijlsnel van bloem tot bloem.
Gisteren kregen we bezoek van de koninginnepage, met recht een koningin. Een bijna on-Nederlandse grote vlinder die makkelijk grote afstanden kan afleggen, ze komen voornamelijk voor in zuidelijke streken. Door de warme zomers worden ze de laatste jaren steeds vaker waargenomen.

Dagpauwoog

 

Slanke Verbena

Ben je dol op vlinders en zoek je een makkelijke langbloeiende plant? Zet deze slanke dame dan in je tuin, vanaf juni totdat de vorst invalt kan je genieten van de lila-paarse bloemen. Omdat de Verbena weinig ruimte inneemt past hij/zij in iedere tuin. Hij wordt ingedeeld bij de tweejarigen, maar soms staat hij langer op dezelfde plek. Ieder voorjaar komen er rondom de plant tientallen zaailingen op, hierdoor ben je verzekerd van nieuwe, jonge planten. De zaailingen laten zich op plekken waar je ze niet wilt, makkelijk verwijderen.
Ook op een balkon doet de Verbena het prima want de hoge bloemstengels wuiven prachtig op de wind. Er is overigens ook een miniuitvoering, namelijk de Verbena ‘Lollipop’, een compacte variatie. Zelf vind ik hem ziet zo geslaagd; juist de hoge slanke stengels maken van de verbena een unieke verschijning.

Waardplanten zijn onmisbaar in de levende tuin

Vlinders hebben ook waardplanten nodig, dit zijn namelijk planten waar de vlinders de eitjes op afzetten en waar de rupsen van eten. Voor koninginnepages zijn dat schermbloemigen zoals wortel, dille of wilde peen, heel specifiek dus. Veel vlinders zijn niet zo kieskeurig en zijn erg blij met brandnetels. Heb je nog ergens een hoekje over? Zet daar dan eens een brandnetel neer, hiermee doe je nog meer voor de levende tuin!

Groen erfgoed: extra injectie

Groen erfgoed op landgoed Tongelaar tussen Gassel en Mill

Groen erfgoed op landgoed Tongelaar tussen Gassel en Mill

In de Troonrede gaf Koning Willem-Alexander aan dat de regering gaat investeren in historisch besef en culturele diversiteit. Erfgoed en cultuur laten ons zien waar we vandaan komen, houden ons een spiegel voor in het heden en zijn zo van grote betekenis voor de toekomst van ons land. Er komt in deze kabinetsperiode 325 miljoen euro extra beschikbaar voor erfgoed. Hieronder valt ook groen erfgoed.

Groen erfgoed?

Groen erfgoed is al het historisch waardevolle groen dat door de mens is bedacht en aangelegd. Dat kan een Zocherpark op een buitenplaats zijn, een historisch waardevol publiek park zoals het Vondelpark, een heemtuin, de groenaanleg op een oude begraafplaats, een kloostertuin of het groen op verdedigingswerken. Groen erfgoed is dus iets anders dan een gebouwd monument (ook wel rood erfgoed genaamd), een historisch interieur (“gouden” erfgoed) of een archeologisch monument. Het is ook geen natuurlijk gevormd landschap, maar juist cultuurlandschap: door mensen bedacht en aangelegd.

In totaal zijn er thans ca. 1300 rijksbeschermde groene monumenten, maar veel waardevol groen wordt helaas nog onvoldoende herkend en onderhouden. Kijk voortaan eens goed om je heen; staat er een oude haag bij een monument of een uitgegroeide knipvorm die inmiddels een boom geworden is? Dit is allemaal groen erfgoed en zegt iets over de keuze van de bewoners uit het verleden, hierdoor gaat de geschiedenis nog meer leven.

Bron: Tuin en Landschap | Stichting in Arcadië

 

Dode mezen blijken chemische bestrijdingsmiddelen te bevatten

mezenonderzoek buxusrupsen

Foto: Kees van Oers | NIOO

Het Nederlands Instituut voor Ecologie heeft meegewerkt aan een onderzoek naar het verband tussen de dood van jonge mezen en het gebruik van gif om de buxusrups te bestrijden. Hieruit blijkt dat er veel meer chemische middelen gebruikt worden dan verwacht. Er zijn veertien verschillende soorten chemische middelen gevonden in de dode mezen.

Buxusmot

De aanleiding voor het onderzoek was de vondst van dode jonge mezen in wijken waar de rupsen van de gevreesde buxusmot worden bestreden. Via een oproep van het programma Vroege Vogels zijn vervolgens dode mezen verzameld in vijf steden in Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland, en onderzocht op de aanwezigheid van pesticiden. Als onderdeel van het onderzoek hebben de onderzoekers een aantal voedselproeven gedaan. “Dan zie je dat de mezen heel duidelijk groene rupsen lekker vinden. Of dat nou buxusmotten zijn of koolwitjes maakt ze niet zo veel uit. En je ziet ook dat ze echt ernaar op zoek gaan in de struiken” aldus Kees van Oers.

Volgens Van Oers is het mogelijk dat de pesticiden door particulieren in het buitenland zijn gekocht, of dat zij ze nog thuis hadden staan en nu tegen buxusmotten proberen te gebruiken. Dat het gebruik ervan illegaal is, weten ze dan misschien niet eens.

Het zou ook kunnen dat de gifstoffen met een omweg in de mezen terecht zijn gekomen, en dat er geen directe link bestaat met de rups van de buxusmot bestaat. Daarvoor is eerst verder onderzoek nodig: de rupsen zelf analyseren, bijvoorbeeld.

Ook is nog onduidelijk of de gevonden concentraties hoog genoeg zijn om mezensterfte te verklaren. Daarvoor zou je ook moeten weten hoeveel rupsen er door de pimpel- en koolmezen gegeten worden. Het CLM-onderzoek is een eerste voorzet. “Vervolgonderzoek”, concludeert Van Oers, “is hard nodig.”
Het volledige rapport kun je hier downloaden (.pdf).

Bron: NIOO