Dahlia’s in de winter

Dahlia’s overhouden

In de winter moet je iets met je dahlia’s, maar wat? Gebruikelijk is om de dahlia’s ieder najaar uit de grond te halen en in de lente weer te planten. Toch kan je ook overwegen om de dahliaknollen in de grond  te laten zitten. Door hiermee te experimenteren kom je er vanzelf achter wat voor jou de beste manier is.

Dahlia’s rooien

Ieder jaar haal ik de dahlia’s na de eerste flinke nachtvorst uit de grond. Het beste is om de knollen zo lang mogelijk in de grond te laten zitten. Hierdoor heeft de plant de kans om zoveel mogelijk reservevoedsel op te slaan in de wortels, waardoor de knollen groter en groter worden. Het tijdstip voor het rooien van dahlia’s is dus afhankelijk van het weer. Als de planten nog groeien, ook al bloeien ze niet meer, hoef je nog niet in actie te komen. Als de planten door de vorst bruin/zwart zijn geworden kan je aan de slag. Knip het groen af tot ongeveer 30 cm. boven de grond. Steek met een spitvork of een spade voorzichtig en diep onder de plant. Houdt er rekening mee dat de knollen flink groter zijn geworden. Haal de dahlia uit de grond en schut de aarde eraf. Leg de knollen zijwaarts op een paar kranten, op een koele plek, om te drogen. Zorg dat je etiketjes bij de hand hebt om de naam er met watervaste stift op te schrijven, dan weet je volgend jaar nog welke soorten je hebt. Na een paar dagen kan je de aarde die opgedroogd is eraf schudden of vegen. Knip de stengels nog wat korter. Bewaar de knollen uiteindelijk op een vorstvrije maar koele plek. Bijvoorbeeld in een (droge!) kelder, een zolder of garage. Je kan ze in kranten wikkelen, in droge potgrond of in een kartonnen doos bewaren. Bewaar ze niet in plastic om schimmelen te voorkomen. Onafgedekt is ook geen goed idee, dan verdrogen ze en vind je in het voorjaar verrimpelde knollen.

Dahlia’s laten staan

Als je op zand tuiniert of een beschutte tuin hebt, kan je overwegen om de dahlia’s in de grond te laten zitten. Dek ze dan wel af met of met de afgeknipte plantendelen. Er is altijd een risico dat de knollen bevriezen, verrotten of opgegeten worden door muizen. Een ander nadeel is slakkenvraat in het voorjaar. Als de knollen uitlopen kunnen slakken zich tegoed doen aan de verse jonge blaadjes. Het grote voordeel van deze methode is dat je er geen werk aan hebt.

Voorjaar in aantocht

Als je de dahlia’s hebt overgehouden zijn er twee tijdstippen waarop je ze kan planten. Zelf kies ik ervoor om de planten in maart op te potten en ze in de platte bak op te kweken tot flinke planten. Hierdoor heb  je minder last van slakkenvraat en vervroeg je de bloei, de planten hebben dus een flinke voorsprong. Rond half mei plant ik ze uit in de borders. Dit kost natuurlijk wel extra werk. Je kan er ook voor kiezen om ze eind april uit te planten, ze komen dan half mei boven de grond. En daarna… genieten van alle kleuren!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vorst op komst

Vorst

Buiten laten staan

De komende dagen wordt er vorst verwacht, in de nacht van zondag op maandag kan het ongeveer 3 graden vriezen. In het oosten zal het meer vriezen dan aan de kust, daar is het altijd iets warmer. Niet alleen landelijk maar ook op microniveau zijn er verschillen. Ook in jouw tuin zijn er plekken waar het kouder dan wel warmer is. Dat kan te maken hebben met de wind, beplanting of de warmte-uitstraling van de gevel. Zo’n ‘warme’ plek is ideaal om je vorstgevoelige planten tijdelijk (lees: dit weekend) of voor langere periode neer te zetten. Ik zet de kuipplanten onder een overkapping, tegen elkaar aan en uit de wind met een verhuisdeken bij de hand. Zo staan de planten de komende dagen prima en kan ik ze op een later tijdstip, als ik meer tijd heb, binnen zetten.
Sommige kuipplanten zoals Oleander en Agapanthus kunnen op een beschutte plek tot ongeveer -5 de winter wel doorkomen. Bij iets lagere temperaturen kan je ze inpakken met speciaal vliesdoek of oude doeken. Wordt het écht koud dan kan je warmtekabels gebruiken.
Als de vorst voorbij is moet de winterbescherming er af, om verstikking te voorkomen. Belangrijk is wel dat je steeds alert bent als het gaat vriezen, ondanks de klimaatverandering kan het nog steeds flink koud worden.

Naar binnen

Heb je een vorstvrije ruimte? Bijvoorbeeld een garage of onverwarmde kamer, dan kan je het beste je planten dit weekend binnen halen. Zo weet je zeker dat ze niet doodgaan en hoef je de hele winter niet alert te zijn.
Kijk voordat je de planten binnenhaalt of er ziektes of ongedierte (luis, slakken) in zit. Zo ja, doe er meteen iets aan. Haal oud blad weg en snoei de planten eventueel licht. Waarschijnlijk is de potgrond vrij vochtig, zodat je voorlopig geen water hoeft te geven. De planten hebben sowieso weinig water nodig, ze zijn in rust. Vanaf maart komt er weer groei in de planten en kan je ze langzaamaan meer water geven en af en toe wat mest. Vanaf half mei kunnen de planten weer definitief naar buiten. Meestal zet ik ze al eerder buiten, op de ‘warme’ plek. Zo kunnen de planten alvast wennen aan de buitenlucht.

 

IJsheiligen, pas op voor vorst!

Vorst tijdens IJsheiligen

Ondanks dat het klimaat verandert, doen de IJsheiligen hun naam eer aan. De IJsheiligen zijn vier katholieke heiligen, Mamertus, Pankratius, Servatius en Bonifacius, hun naamdagen vallen op 11 tot en met 14 mei. Al ruim 1000 jaar is dit een geheugensteuntje om je vorstgevoelige planten nog even binnen te houden. Tijdens deze periode kan het extra koud zijn met nachtvorst tot gevolg. Meestal is de vorst daarna het land uit en is het écht voorjaar. Toch heb ik wel eens meegemaakt dat het na half mei nog 8 graden vroor. Onze mooie Robinia pseudoacacia ‘Frisia’ was toen helemaal bevroren en al het blad was zwart. Uiteindelijk herstellen de planten wel weer en lopen ze opnieuw uit. Alleen jonge eenjarigen of zaailingen zullen het begeven. Let dus op rond half mei en volg het weerbericht. Even afdekken met een oud laken, kranten of een speciale beschermhoes voorkomt beschadigde planten. Zet de punten vast met iets zwaars, een paar stenen bijvoorbeeld, dit voorkomt het opwaaien. Soms is het genoeg om je planten even tegen de gevel te zetten, hier is het nét wat warmer. Lees meer over de IJsheiligen op de site van het KNMI