Dahlia’s in de winter

Dahlia’s overhouden

In de winter moet je iets met je dahlia’s, maar wat? Gebruikelijk is om de dahlia’s ieder najaar uit de grond te halen en in de lente weer te planten. Toch kan je ook overwegen om de dahliaknollen in de grond  te laten zitten. Door hiermee te experimenteren kom je er vanzelf achter wat voor jou de beste manier is.

Dahlia’s rooien

Ieder jaar haal ik de dahlia’s na de eerste flinke nachtvorst uit de grond. Het beste is om de knollen zo lang mogelijk in de grond te laten zitten. Hierdoor heeft de plant de kans om zoveel mogelijk reservevoedsel op te slaan in de wortels, waardoor de knollen groter en groter worden. Het tijdstip voor het rooien van dahlia’s is dus afhankelijk van het weer. Als de planten nog groeien, ook al bloeien ze niet meer, hoef je nog niet in actie te komen. Als de planten door de vorst bruin/zwart zijn geworden kan je aan de slag. Knip het groen af tot ongeveer 30 cm. boven de grond. Steek met een spitvork of een spade voorzichtig en diep onder de plant. Houdt er rekening mee dat de knollen flink groter zijn geworden. Haal de dahlia uit de grond en schut de aarde eraf. Leg de knollen zijwaarts op een paar kranten, op een koele plek, om te drogen. Zorg dat je etiketjes bij de hand hebt om de naam er met watervaste stift op te schrijven, dan weet je volgend jaar nog welke soorten je hebt. Na een paar dagen kan je de aarde die opgedroogd is eraf schudden of vegen. Knip de stengels nog wat korter. Bewaar de knollen uiteindelijk op een vorstvrije maar koele plek. Bijvoorbeeld in een (droge!) kelder, een zolder of garage. Je kan ze in kranten wikkelen, in droge potgrond of in een kartonnen doos bewaren. Bewaar ze niet in plastic om schimmelen te voorkomen. Onafgedekt is ook geen goed idee, dan verdrogen ze en vind je in het voorjaar verrimpelde knollen.

Dahlia’s laten staan

Als je op zand tuiniert of een beschutte tuin hebt, kan je overwegen om de dahlia’s in de grond te laten zitten. Dek ze dan wel af met of met de afgeknipte plantendelen. Er is altijd een risico dat de knollen bevriezen, verrotten of opgegeten worden door muizen. Een ander nadeel is slakkenvraat in het voorjaar. Als de knollen uitlopen kunnen slakken zich tegoed doen aan de verse jonge blaadjes. Het grote voordeel van deze methode is dat je er geen werk aan hebt.

Voorjaar in aantocht

Als je de dahlia’s hebt overgehouden zijn er twee tijdstippen waarop je ze kan planten. Zelf kies ik ervoor om de planten in maart op te potten en ze in de platte bak op te kweken tot flinke planten. Hierdoor heb  je minder last van slakkenvraat en vervroeg je de bloei, de planten hebben dus een flinke voorsprong. Rond half mei plant ik ze uit in de borders. Dit kost natuurlijk wel extra werk. Je kan er ook voor kiezen om ze eind april uit te planten, ze komen dan half mei boven de grond. En daarna… genieten van alle kleuren!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onkruid weghalen?

onkruid de buitenkamer tuinontwerp marion vermeulen gassel

Onkruid, of toch niet?

Wat is nu eigenlijk onkruid? Brandnetels, madeliefjes of paardenbloemen zijn vaak ongewenste gasten in de tuin. Terwijl veel van deze planten hele goede eigenschappen hebben, ze zijn geneeskrachtig, kunnen gebruikt worden als meststof of zijn goede nectar en stuifmeelleveranciers. Vooral dat laatste is van belang voor je tuin.

 

Paardenbloem als tuinhulp

Hoe meer variatie aan insecten, hoe meer natuurlijke vijanden, hoe minder aantastingen in je tuin. Je creëert een natuurlijk evenwicht door natuurlijke vijanden aan te trekken. Laat de paardenbloem nou zo’n insectenmagneet zijn. Niet alleen bijen, hommels en vlinders komen op de paardenbloem af. Ook minder ‘aaibare’ soorten zoals gaasvliegen en zweefvliegen houden ervan. Deze insecten eten veel schadelijke insecten en zijn dus een perfecte hulp in je tuin.

 

Drachtplant

Als een plant stuifmeel en nectar levert noem je zo’n plant een drachtplant. Niet alle planten leveren stuifmeel en nectar van dezelfde kwaliteit. De paardenbloem levert zowel stuifmeel als nectar van de hoogste waarde, dus zo’n ‘onbetekenende’ plant is voor veel insecten van belang. Ook veel vlindersoorten hebben het stuifmeel en de nectar van de paardenbloem nodig. Vanwege de vroege bloei is de paardenbloem belangrijk voor veel soorten die al vroeg rondvliegen, zoals de citroenvlinder en het oranjetipje. Op dat moment zijn er nog niet zoveel bloemen in bloei en is de paardenbloem dus een belangrijke leverancier.

 

Onkruid

Je kan paardenbloemen onkruid noemen of inheemse flora, het is maar net zoals je het bekijkt. Voor mij is onkruid een plant die op een verkeerde plek staat. Dat kan dus ook een tuinplant als het Mexicaans madeliefje zijn die zich heeft uitgezaaid in het gras. Op sommige plekken in de tuin laat ik inheemse beplanting staan, zo werd ik vorig seizoen verrast door een prachtige combinatie van blaassilene, ontsnapt uit de bloemenweide, met lichtoranje goudsbloem en grijsbladige salvia. Vanmorgen zag ik dat de blaassilene weer opkomt, die mag blijven staan. Eventuele zaailingen houd ik goed in de gaten, om te voorkomen dat het uit de hand loopt. Omdat de temperaturen stijgen gaat alles aan de groei, gewenste én ongewenste planten. Haal de ongewenste planten (=onkruid ) nu weg, dat scheelt je veel tijd in het komende seizoen.

 

 

Vroegbloeiende crocus


Crocus chrysanthus ‘Romance’ de Buitenkamer Tuinontwerp Gassel Marion Vermeulen

Winterbloeiers

Nee, deze crocus is niet vandaag gefotografeerd, op een dag met veel regen, wind en het NK Tegenwindfietsen. Dit plaatje is van een paar dagen geleden toen de zon zo heerlijk scheen. Je ziet dat de natuur direct reageert, winterbloeiers gaan open en insecten gaan op zoek naar nectar en stuifmeel. Vooral voor de vroege insecten zoals hommels en honingbijen is dit belangrijk. Daarom heb ik veel winterbloeiers in de tuin staan, niet alleen bloembollen maar ook vroegbloeiende vaste planten, heesters en bomen.

Vroeg, vroeger, vroegst

Als we aan bloembollen denken dan zien we vaak tulpen, narcissen en hyacinten voor ons. Deze worden dan ook het meest verkocht. Ze vallen op door hun grootte en soms felle kleuren. Mijn voorkeur gaat uit naar het ‘bijgoed’, dat zijn de stinzenbollen, verwilderingsbollen, botanische- en inheemse bloembollen. In deze categorieën vind je veel vroegbloeiende soorten. Een van deze juweeltjes is de Crocus chrysanthus ‘Romance’, dit jaar bloeiend op 2! februari. Crocus chrysanthus is een sierlijke kleine zachtgele crocus met een wit-gele buitenzijde, een prachtige combinatie.

Verdwaald

Op de foto zie je een verdwaald lieveheersbeestje, deze carnivoor komt niet voor het stuifmeel of de nectar. In de bloem heerst een microklimaatje, waarschijnlijk geniet dit nuttige kevertje van de warmte en beschutting. Als hij/zij het warm genoeg vindt, start de jacht op bladluizen. Ze kunnen mij niet vroeg genoeg beginnen;)

Sneeuwklokjes kondigen de lente aan

de Buitenkamer tuinontwerp, Grave, sneeuwklokje

Voorbij de donkere dagen

Na de donkere decemberdagen is de komst van de lente onmiskenbaar, het duurt nog wel even, maar als je goed kijkt zie je de eerste tekenen al. De vogels laten weer van zich horen, vanmorgen hoorde ik, nog in de schemering, een roodborstje zingen. Ook beginnen de eerste bloembollen te bloeien, sneeuwklokjes en winterakonietjes zijn de vroegst bloeiende bollen.

Stinzenplanten, klein maar fijn

Deze bloembollen behoren tot de stinzenplanten, dit is een groep planten die sinds eeuwen werd aangeplant bij kastelen, buitenplaatsen en oude boerderijen. Deze planten zijn de eerste ingevoerde tuinplanten en waren alleen beschikbaar voor de rijken die een stenen huis (stins) bezaten. Tot voor enkele jaren geleden werd er nauwelijks aandacht aan besteed terwijl ze cultuurhistorisch van belang zijn. Inmiddels wordt de waarde van stinzenbollen ingezien en worden ze op veel landgoederen opnieuw geplant en zijn ze weer in grote getalen te zien. De tuinen van kasteel Hackfort in Vorden zijn een goed voorbeeld.

Vroege bloei is belangrijk

Bloembollen, vooral de vroege soorten zoals sneeuwklokjes, zijn onmisbaar in een levende tuin. Ze zorgen in een bijna bloemloze periode voor voldoende nectar en stuifmeel voor vroege bijen en hommels. De insecten zorgen tegelijkertijd voor bestuiving waardoor deze bloembollen zich door middel van zaad kunnen vermeerderen, hierdoor ontstaat in de loop der jaren een prachtig tapijt.

Meer en meer

Sneeuwklokjes vermeerderen zich niet alleen door zaad maar ook ondergronds. Elke ‘grote’ bol maakt meerdere kleintjes waardoor je uiteindelijk een grote klomp met bolletjes krijgt. Om sneller een mooi tapijtje te krijgen kan je de bolletjes opnemen en weer uitplanten. Bij sneeuwklokjes noem je dat ‘in the green’ verplanten. Wacht met verplanten tot ze uitgebloeid zijn maar laat het groen niet afsterven, het blad moet dus nog groen zijn. Graaf ze op, en verdeel de bolletjes over de plek waar je ze hebben wil en plant ze daar weer uit. Een schaduwrijke plek is ideaal, met het liefst zon tijdens de bloei. Onder bomen of struiken zullen ze het goed doen en je belonen met prachtige klokjes.

Voorzaaien | tuintip voor het weekend

Voorzaaien, de buitenkamer tuinontwerp Marion Vermeulen Gassel

Bijna voorjaar

Ook al ligt er een dik pak sneeuw en hebben we afgelopen nacht -12 genoteerd, toch is het voorjaar in zicht. De dagen worden langer en de zon heeft meer kracht. De natuur bereid zich voor op de lente. En dat moeten wij nu ook doen, tenminste als je zelf bloemen, kruiden of groenten wilt kweken. Van zaadje naar volwassen plant; ik vind het nog steeds een wonder. Een onooglijk klein zaadje stop je in de grond en door alle energie – gehaald uit aarde, water en zonlicht – groeit dit zaadje uit tot een volwassen plant. Het is extra waardevol als je eetbare planten gaat voorzaaien. Je begint met een zaadje en uiteindelijk kan je gaan koken met het eindresultaat.

Oogsten

Je kunt nog niet alles voorzaaien, maar voor pepers, paprika’s en aubergines is het nu de beste tijd. Deze planten doen er namelijk lang over om oogstbare vruchten te geven. Als je te lang wacht met zaaien dan worden, in ons klimaat, de dagen alweer te kort om te kunnen oogsten.
Voorzaaien doe je in bakjes, potjes of zaaitrays. Zelf geef ik de voorkeur aan gebruikte bakjes waar druiven in zitten als je ze koopt bij de groenteboer. Ze zijn stevig, hebben een deksel én ik hou van hergebruiken. Vul ze met zaai/stekgrond en zet ze op een dienblad of iets dergelijks want er zitten gaatjes in de onderkant. Zaai niet te diep, een halve centimeter diep is prima. Zet de bakjes op een warme vensterbank in de zon, de zaden hebben 20-25 graden nodig om te ontkiemen. Zorg dat de bakjes niet uitdrogen, dus af en toe even besproeien met een plantenspuit. Het kan een paar weken duren voordat de zaden ontkiemen. Laat de zaailingen groeien totdat ze in totaal 4 blaadjes hebben; nu kan je ze gaan verspenen. Ze hebben nu meer voeding en ruimte nodig om goed te kunnen groeien. De grootste en stevigste zaailingen zullen ook de sterkste planten worden. Deze selecteer je en verplant je in een potje (ongeveer 10 cm.) met potgrond. Nu kunnen ze verder groeien totdat ze half mei naar buiten kunnen. Waarschijnlijk moet je ze tussendoor nog een keer verplanten in een grotere pot. Ze houden van veel zonlicht maar zorg en wel voor dat ze niet te warm (woonkamer) staan, dan worden het namelijk van die dunne slappe planten. Een beetje experimenteren dus en bekijken wat de beste plek is.

Zaden

Er zijn verschillende manieren om aan zaad te komen. Je kan van een paprika of peper die je in een gerecht gebruikt de zaden bewaren. Dit zijn meestal de algemene soorten, wil je iets bijzonders kijk dan eens op de webshops van de Bolster of de Nieuwe tuin

 

 

Tuinvogeltelling | Tuintip voor het weekend

Tuinvogeltelling de Buitenkamer tuinontwerp Marion Vermeulen Gassel

Nieuwe hobby

Sinds 2001 wordt de Nationale Tuinvogeltelling georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Sindsdien is er veel meer informatie over wintervogels beschikbaar, waardoor veel vogels beter beschermd worden.

Sinds de coronaperiode zijn veel mensen zich meer bewust van de eigen leefomgeving en is vogels kijken een nieuwe hobby geworden. Niets is zo leuk als bijhouden welke vogels er in je tuin komen. De Vogelbescherming biedt daarom sinds kort gratis online cursussen aan om ook de meer bijzondere soorten te kunnen herkennen.

Tel ook mee

Dit weekend is de Nationale Tuinvogeltelling, je telt één keer een half uur de vogels in je tuin of balkon. Het gaat niet om het signaleren van bijzondere soorten, de telling is een momentopname van de aantallen vogels die in de winter in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. Je kunt op de site van de Vogelbescherming een tellijst downloaden of direct doorgeven via de app mijntuinvogeltelling.nl

Top 5

Op dit moment zijn er al 33.323 huismussen geteld en 12.442 merels. Daar ben ik persoonlijk heel blij mee want met deze vogels ging het lange tijd niet zo goed. De mus en de merel zijn voor mijn gevoel de vogels die altijd een beetje ‘in de buurt rondhangen’, op zoek naar de kruimels die je achterlaat. Bij vogels kijken gaat het niet altijd om de bijzondere soorten die je ziet, als is dat wél erg leuk, maar door gedrag te observeren kan je soms zelfs individuen leren kennen.

1 Huismus

2 Koolmees

3 Pimpelmees

4 Kauw

5 Merel

Doen!

Heb je dit weekend een half uurtje de tijd? Ga er dan eens voor zitten. Vroeg in de ochtend zijn vogels op zoek naar voedsel en dus het meest actief.

 

 

Tuintip voor het weekend | vogels bijvoeren

Vogels bijvoeren

Vorst en sneeuw

Vogels bijvoeren of niet? Natuurlijk tuinier jij op een natuurlijke manier en laat je alle uitgebloeide planten staan. In deze plantenresten kunnen allerlei insecten een schuilplaats vinden, ook in en op de grond leven veel insecten. Als het niet vriest kunnen de meeste vogels hier hun voedsel vinden. Ze scharrelen rond tussen de planten en zoeken naar spinnetjes, kleine bodemdiertjes en zaden. Hiermee verbruiken vogels veel energie die ze snel weer moeten aanvullen, juist daarom moeten we tijdens koude dagen vogels bijvoeren. De komende dagen zit er sneeuw in de lucht, dan wordt het nóg moeilijker om voedsel te vinden.

Insecteneter en zaadeter

Aan de snavel kan je zien wat er op het menu staat. Een insecteneter heeft een dun snaveltje, als een klein pincetje. Hiermee kan een vogel overal de kleinste beestjes tussenuit peuteren. Zaadeters hebben een kegelvormige snavel waarmee ze zaden en pitten kunnen pellen. Maar… als je honger hebt, eet je bijna alles. Dat geldt ook voor vogels, op de voerplek wordt volop geknoeid, zodat er voor iedere vogel wel iets te vinden is.

Lekker vet

Als de grond bevroren is, kunnen vogels geen voedsel vinden en hebben ze onze hulp nodig. Zorg voor gevarieerde voeding zodat je voor verschillende soorten vogels het juiste voer in huis hebt. In de herfst koop ik altijd gemengd zaad, zonnebloempitten, vetbollen en verschillende soorten vogelpindakaas. Insecteneters zoals roodborst en winterkoning help je met meelwormen. Deze kan je gedroogd kopen, maar zit ook in sommige soorten vogelpindakaas. Je ziet de wormen duidelijk in de pindakaas zitten. Het vet in de vetbollen en in de pindakaas zorgt voor extra energie.

Water bevriest

Heb je een waterschaal in de tuin staan? Leg daar dan nu een stukje kippengaas overheen. Dat voorkomt dat vogels erin gaan badderen en daarna bevriezen. Als het overdag vriest kan je wat ijs kapot slaan, vogels kunnen de kleine ijskristallen dan oppikken.

 

Vroeg fluitenkruid

Fluitenkruid, de Buitenkamer, de levende tuin, Marion Vermeulen, Gassel

Bloeiend fluitenkruid

Zelfs met deze lage temperaturen bloeien er planten. Dan bedoel ik niet de voor de hand liggende tuinplanten zoals Helleborus (kerstroos) die altijd in deze tijd bloeien maar inheemse planten, gewoon in de natuur. Vandaag kwam ik op een luwe plek in de bosrand dit bloeiende fluitenkruid tegen. In zachte winters blijft het mooie frisgroene blad zichtbaar en met een beetje geluk vind je een bloeiende plant. Van de holle stengel kan je een fluitje maken, vandaar de naam. Hij wordt ook wel kantbloem of Hollands kant genoemd, als hij in april-juni volop bloeit lijken de bermen wel van kant.

 

Gedekte tafel

Door inheemse planten aan te planten in je tuin ontstaat er meer biodiversiteit. Dit is een van de aspecten van de levende tuin, het aantrekken van insecten, zorgt voor meer bestuiving en daarnaast zijn ze weer voedsel voor bijvoorbeeld vogels en vleermuizen. Bij onze inheemse planten ‘horen’ bepaalde insecten. De Fluitenkruidbij is een soort die afhankelijk is van schermbloemigen zoals het fluitenkruid. Maar niet alleen deze bijensoort komt op de zoetgeurende bloemen af, ook honingbijen, kevers, zweefvliegen en vlinders weten het fluitenkruid te vinden.

 

Inheemse tuinplanten

Zet dus eens een fluitenkruidplant in je tuin, hij doet het op vrijwel iedere grondsoort. Een plekje in de zon of halfschaduw gaat prima. Diepe schaduw is wat lastig maar experimenteren kan verrassende resultaten opleveren. Op sommige plekken, afhankelijk van de grondsoort, kan hij wel 1,5 meter hoog worden. Let na de bloei wel even op, hij kan zich flink uitzaaien. Wil je dat niet, haal dan de uitgebloeide bloemen op tijd weg.
En dan… afwachten en genieten. Kijk eens met aandacht naar de vele insectensoorten die op het fluitenkruid afkomen. Probeer ze eens te determineren of te fotograferen. Snuif de zoete geur op als je er langs loopt en ervaar het oplichten van het wit van de bloem tijdens de schemering.

 

Vorst op komst

Vorst

Buiten laten staan

De komende dagen wordt er vorst verwacht, in de nacht van zondag op maandag kan het ongeveer 3 graden vriezen. In het oosten zal het meer vriezen dan aan de kust, daar is het altijd iets warmer. Niet alleen landelijk maar ook op microniveau zijn er verschillen. Ook in jouw tuin zijn er plekken waar het kouder dan wel warmer is. Dat kan te maken hebben met de wind, beplanting of de warmte-uitstraling van de gevel. Zo’n ‘warme’ plek is ideaal om je vorstgevoelige planten tijdelijk (lees: dit weekend) of voor langere periode neer te zetten. Ik zet de kuipplanten onder een overkapping, tegen elkaar aan en uit de wind met een verhuisdeken bij de hand. Zo staan de planten de komende dagen prima en kan ik ze op een later tijdstip, als ik meer tijd heb, binnen zetten.
Sommige kuipplanten zoals Oleander en Agapanthus kunnen op een beschutte plek tot ongeveer -5 de winter wel doorkomen. Bij iets lagere temperaturen kan je ze inpakken met speciaal vliesdoek of oude doeken. Wordt het écht koud dan kan je warmtekabels gebruiken.
Als de vorst voorbij is moet de winterbescherming er af, om verstikking te voorkomen. Belangrijk is wel dat je steeds alert bent als het gaat vriezen, ondanks de klimaatverandering kan het nog steeds flink koud worden.

Naar binnen

Heb je een vorstvrije ruimte? Bijvoorbeeld een garage of onverwarmde kamer, dan kan je het beste je planten dit weekend binnen halen. Zo weet je zeker dat ze niet doodgaan en hoef je de hele winter niet alert te zijn.
Kijk voordat je de planten binnenhaalt of er ziektes of ongedierte (luis, slakken) in zit. Zo ja, doe er meteen iets aan. Haal oud blad weg en snoei de planten eventueel licht. Waarschijnlijk is de potgrond vrij vochtig, zodat je voorlopig geen water hoeft te geven. De planten hebben sowieso weinig water nodig, ze zijn in rust. Vanaf maart komt er weer groei in de planten en kan je ze langzaamaan meer water geven en af en toe wat mest. Vanaf half mei kunnen de planten weer definitief naar buiten. Meestal zet ik ze al eerder buiten, op de ‘warme’ plek. Zo kunnen de planten alvast wennen aan de buitenlucht.

 

Regen

Pelargonium, Geranium, regen, de buitenkamer tuinontwerp, Marion Vermeulen, de Buitenkamer, Gassel

Eindelijk regen

Regen, waar we zolang op gehoopt hebben, komt nu met bakken uit de hemel. De tuin fleurt er ontzettend van op, de vale grijsgroene sluier is op de veel plekken verdwenen. Maar niet overal, veel bomen en struiken hebben het nog steeds erg moeilijk. Vandaag heb ik eens een proefje gedaan. De bovenste 50 centimeter is redelijk vochtig maar daaronder is het maar matig. Dat betekent dat de vaste planten (planten die winters bovengronds afsterven en in het voorjaar weer uitlopen) de beschikking hebben over water. De meeste vaste planten wortelen namelijk niet zo diep en hebben genoeg aan de bovenste 30 tot 50 centimeter. Struiken wortelen veel dieper, de vraag is of de grond daar al vochtig genoeg is. Bomen wortelen in nog diepere lagen en hebben, als je geluk hebt, de beschikking over grondwater.

Omgeving

De verschillen zijn regionaal én plaatselijk erg groot. Dat heeft te maken met de vele aspecten die samenhangen met voldoende water voor je planten. Tuinier je op zand, veen of klei? Hoe hoog, of hoe laag, is de grondwaterstand? Woon je in een gebied waar veel of weinig regen valt? Houd ook in de herfst en winter je beplanting goed in de gaten; op veel plaatsen in Nederland is de bodem nog veel te droog. Op de website van je waterschap kan je meer informatie vinden over de stand van zaken in jouw omgeving. Waterschap Aa en Maas, waar Gassel onder valt, geeft onder andere de volgende info: ‘We hebben een kletsnatte herfst/winter nodig voordat het watersysteem weer helemaal is aangevuld en er weer een voorraad is voor de lente en zomer van 2021.’

In de gaten houden

Hoe ongewoon het ook lijkt, misschien moet je in de winter wel watergeven. Dat geldt natuurlijk niet voor bladverliezende struiken en bomen, Deze zijn in rust en hebben pas aan het einde van de winter weer water nodig, als de sapstroom op gang komt. In tegenstelling tot bladhoudende bomen en heesters, zij zijn bij winterse droogte kwetsbaar omdat via het blad water verdampt. Denk dan bijvoorbeeld aan steeneik, Magnolia grandiflora, Taxus(haag), laurier(haag), coniferen, etc. Houd deze dus extra goed in de gaten bij droge periodes, vooral als er veel wind staat, want dan is er nog meer verdamping.

Planten in potten

Bij planten in potten is de kans groot dat ze juist teveel water krijgen, zeker als je nog waterschotels onder de potten hebt staan. In een paar dagen tijd kan je plant verrotten. Loop dus vandaag nog een rondje en haal de onderschotels weg. Bij droogte kan je ze er weer onder zetten.