Tuinvogeltelling | Tuintip voor het weekend

Tuinvogeltelling de Buitenkamer tuinontwerp Marion Vermeulen Gassel

Nieuwe hobby

Sinds 2001 wordt de Nationale Tuinvogeltelling georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Sindsdien is er veel meer informatie over wintervogels beschikbaar, waardoor veel vogels beter beschermd worden.

Sinds de coronaperiode zijn veel mensen zich meer bewust van de eigen leefomgeving en is vogels kijken een nieuwe hobby geworden. Niets is zo leuk als bijhouden welke vogels er in je tuin komen. De Vogelbescherming biedt daarom sinds kort gratis online cursussen aan om ook de meer bijzondere soorten te kunnen herkennen.

Tel ook mee

Dit weekend is de Nationale Tuinvogeltelling, je telt één keer een half uur de vogels in je tuin of balkon. Het gaat niet om het signaleren van bijzondere soorten, de telling is een momentopname van de aantallen vogels die in de winter in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. Je kunt op de site van de Vogelbescherming een tellijst downloaden of direct doorgeven via de app mijntuinvogeltelling.nl

Top 5

Op dit moment zijn er al 33.323 huismussen geteld en 12.442 merels. Daar ben ik persoonlijk heel blij mee want met deze vogels ging het lange tijd niet zo goed. De mus en de merel zijn voor mijn gevoel de vogels die altijd een beetje ‘in de buurt rondhangen’, op zoek naar de kruimels die je achterlaat. Bij vogels kijken gaat het niet altijd om de bijzondere soorten die je ziet, als is dat wél erg leuk, maar door gedrag te observeren kan je soms zelfs individuen leren kennen.

1 Huismus

2 Koolmees

3 Pimpelmees

4 Kauw

5 Merel

Doen!

Heb je dit weekend een half uurtje de tijd? Ga er dan eens voor zitten. Vroeg in de ochtend zijn vogels op zoek naar voedsel en dus het meest actief.

 

 

Tuintip voor het weekend | vogels bijvoeren

Vogels bijvoeren

Vorst en sneeuw

Vogels bijvoeren of niet? Natuurlijk tuinier jij op een natuurlijke manier en laat je alle uitgebloeide planten staan. In deze plantenresten kunnen allerlei insecten een schuilplaats vinden, ook in en op de grond leven veel insecten. Als het niet vriest kunnen de meeste vogels hier hun voedsel vinden. Ze scharrelen rond tussen de planten en zoeken naar spinnetjes, kleine bodemdiertjes en zaden. Hiermee verbruiken vogels veel energie die ze snel weer moeten aanvullen, juist daarom moeten we tijdens koude dagen vogels bijvoeren. De komende dagen zit er sneeuw in de lucht, dan wordt het nóg moeilijker om voedsel te vinden.

Insecteneter en zaadeter

Aan de snavel kan je zien wat er op het menu staat. Een insecteneter heeft een dun snaveltje, als een klein pincetje. Hiermee kan een vogel overal de kleinste beestjes tussenuit peuteren. Zaadeters hebben een kegelvormige snavel waarmee ze zaden en pitten kunnen pellen. Maar… als je honger hebt, eet je bijna alles. Dat geldt ook voor vogels, op de voerplek wordt volop geknoeid, zodat er voor iedere vogel wel iets te vinden is.

Lekker vet

Als de grond bevroren is, kunnen vogels geen voedsel vinden en hebben ze onze hulp nodig. Zorg voor gevarieerde voeding zodat je voor verschillende soorten vogels het juiste voer in huis hebt. In de herfst koop ik altijd gemengd zaad, zonnebloempitten, vetbollen en verschillende soorten vogelpindakaas. Insecteneters zoals roodborst en winterkoning help je met meelwormen. Deze kan je gedroogd kopen, maar zit ook in sommige soorten vogelpindakaas. Je ziet de wormen duidelijk in de pindakaas zitten. Het vet in de vetbollen en in de pindakaas zorgt voor extra energie.

Water bevriest

Heb je een waterschaal in de tuin staan? Leg daar dan nu een stukje kippengaas overheen. Dat voorkomt dat vogels erin gaan badderen en daarna bevriezen. Als het overdag vriest kan je wat ijs kapot slaan, vogels kunnen de kleine ijskristallen dan oppikken.

 

Vroeg fluitenkruid

Fluitenkruid, de Buitenkamer, de levende tuin, Marion Vermeulen, Gassel

Bloeiend fluitenkruid

Zelfs met deze lage temperaturen bloeien er planten. Dan bedoel ik niet de voor de hand liggende tuinplanten zoals Helleborus (kerstroos) die altijd in deze tijd bloeien maar inheemse planten, gewoon in de natuur. Vandaag kwam ik op een luwe plek in de bosrand dit bloeiende fluitenkruid tegen. In zachte winters blijft het mooie frisgroene blad zichtbaar en met een beetje geluk vind je een bloeiende plant. Van de holle stengel kan je een fluitje maken, vandaar de naam. Hij wordt ook wel kantbloem of Hollands kant genoemd, als hij in april-juni volop bloeit lijken de bermen wel van kant.

 

Gedekte tafel

Door inheemse planten aan te planten in je tuin ontstaat er meer biodiversiteit. Dit is een van de aspecten van de levende tuin, het aantrekken van insecten, zorgt voor meer bestuiving en daarnaast zijn ze weer voedsel voor bijvoorbeeld vogels en vleermuizen. Bij onze inheemse planten ‘horen’ bepaalde insecten. De Fluitenkruidbij is een soort die afhankelijk is van schermbloemigen zoals het fluitenkruid. Maar niet alleen deze bijensoort komt op de zoetgeurende bloemen af, ook honingbijen, kevers, zweefvliegen en vlinders weten het fluitenkruid te vinden.

 

Inheemse tuinplanten

Zet dus eens een fluitenkruidplant in je tuin, hij doet het op vrijwel iedere grondsoort. Een plekje in de zon of halfschaduw gaat prima. Diepe schaduw is wat lastig maar experimenteren kan verrassende resultaten opleveren. Op sommige plekken, afhankelijk van de grondsoort, kan hij wel 1,5 meter hoog worden. Let na de bloei wel even op, hij kan zich flink uitzaaien. Wil je dat niet, haal dan de uitgebloeide bloemen op tijd weg.
En dan… afwachten en genieten. Kijk eens met aandacht naar de vele insectensoorten die op het fluitenkruid afkomen. Probeer ze eens te determineren of te fotograferen. Snuif de zoete geur op als je er langs loopt en ervaar het oplichten van het wit van de bloem tijdens de schemering.

 

Staartmezen, zwervers in de winter

Staartmezen

In deze periode kom je ze vaak tegen, een grote groep ‘twitterende’ staartmezen. Voor wie ze nog nooit gezien heeft; je hoort deze kleine bolletjes al van ver aankomen. Natuurlijk doen ze hun naam eer aan, ze hebben een prachtige lange staart waarmee ze goed kunnen balanceren. Soms hangen ze aan het allerkleinste takje en voordat ze eraf glijden, fladderen ze alweer verder. Echte acrobaten zijn het. Voor je het weet zijn ze alweer verdwenen, op zoek naar een volgende struik of boom vol met insecten of zaden.Vandaag zag ik ze in een Magnolia met grote zachte bloemknoppen. Ze lijken zelfs een beetje op elkaar, ook de staartmezen zijn beige/oud roze, zacht en knuffelig.